PIAS Handleiding  2025
Programma voor de Integrale Aanpak van het Scheepsontwerp
Hulpmiddel voor kraan belading
Met dit gereedschap kunnen kraangewichtsposten worden gedefinieerd. Aan de hand van de opgegeven kraaneigenschappen wordt o.a. totaal gewicht en zwaartepunt van de kraanlast bepaald. Deze module kan voor PIAS worden bediend vanuit een getallenwindow en vanuit een Graphical User Interface (GUI) en voor LOCOPIAS alleen maar uit de GUI.

Noot
Er bestaat een video waarin de bediening van deze module gedemonstreerd wordt.

Layout

Toon en werk met de gedefinieerde kranen en eventueel ballasttanks in een Graphical User Interface, waarvan hieronder een voorbeeld wordt getoond. Een beschrijving van de genummerde elementen volgt.

layout_crane_module_nl.png
Crane module GUI.
1 Menubalk

Basisfuncties zijn toegankelijk via de menubalk. Daarnaast biedt de menubalk toegang tot de volgende geavanceerde functies:
Cargo: Opent het ladingsmenu, waarin elke regel een ladinginvoer vertegenwoordigt. Via dit menu kan de gebruiker ladingen definiëren en bewerken. Voeg een nieuwe ladinginvoer toe met de optie Nieuw.
SWL Configuration: Safe Working Load. Door deze optie te selecteren, wordt een pop-upvenster geopend in het hoofdscherm. In dit venster kan de gebruiker de Safe Working Load-tabel voor elke kraan selecteren.
Quay: Definieer een quay om los- of laadactiviteiten te simuleren. De positie en afmetingen kunnen worden weergegeven in het bovenaanzicht en dwarsdoorsnedevenster via de optie Quayin het menu.
Rigging: Gebruik dit menu om de minimale verticale vrije ruimte tussen de kraanpunt en het hijspunt in te stellen, zoals bepaald door de tuigageconfiguratie.
(Activity) Log: Opent een venster bovenin waarin alle kraan- en ballastoperaties worden weergegeven. Dit logboek kan worden afgedrukt. Met Reset wordt het logboek geleegd.

2 Moduulknoppen

Deze knoppen navigeren naar een ander moduleonderdeel, of terug naar het hoofdscherm.

3 Kraan selectie

Kies de kraan die u wilt bedienen.

4 Ladingsselectie

Kies in het keuzemenu de lading die u wilt laden.

5 Kraanbediening

Gebruik de knoppen om de kraan te bedienen of de vrachtparameters aan te passen.

6 Kraan- en ladingoperaties

Voer hier direct waarden in.

7 Intervalinstellingen

Stel de intervalstap in voor meters en graden.

8 Tankweergave

Weergave van de (eerste) geselecteerde tank in een dwarsdoorsnede.

9 Lijst van tanks

Selecteer een tank voor ballasten. Voor het overpompen van inhoud tussen tanks, ga naar de module [Tanks] 2.

10 Schuifregelaar

De schuifregelaar kan het vulniveau van de geselecteerde tank aanpassen.

11 Bovenaanzicht

De cirkels in het bovenaanzicht geven de maximale en huidige radius van de kraan aan voor het rechtopstaande schip.

12 Dwarsdoorsnede van de actieve kraan

In de dwarsdoorsnedeweergave zijn de hellingshoek en de positie van de kraan zichtbaar.

13 Functieknoppen

Specifieke functies voor het bedienen van de kraan, het manipuleren van de lading, het pompen van tankinhoud en het controleren van de huidige beladingsstatus.

14 Resultaatvensters

Directe verificatie van stabiliteit of sterkte. Dit dynamische, verplaatsbare venster kan worden geactiveerd via de menubalkoptie [Window]→[Result windows].

15 Statusbalk
Toont informatie over de geselecteerde kraan.

Algemeen

Bij het openen van de kraanmodule verschijnt het hieronder weergegeven invulmenu waar de kraangegevens ingevoerd kunnen worden. Bij het verlaten van de module worden de geselecteerde kranen aan de lijst van gewichtsposten toegevoegd. Tijdens het bewerken van de kraangegevens kan onderaan het scherm een extra regel worden weergegeven met hydrostatica gegevens. Deze gegevens hebben dan betrekking op de toestand van het schip met alle geselecteerde kranen. De gegevens van maximaal tien verschillende kranen kunnen op deze manier opgegeven worden.

loadingtools_crane_load_definition_nl.png
Kraan gegevens bewerken.

In bovenstaand voorbeeld zijn twee kraanbomen opgenomen.

Accidental loss/drop of crane load

Als deze uitbreiding is aangeschaft kunnen de stabiliteitscriteria die gelden op het moment dat de kraanlast uit de kraan valt, berekend worden. Voor deze berekening moet men op de volgende dingen letten:

  • De stabiliteitscriteria die normaal gelden voor het schip moeten geselecteerd zijn.
  • Er moet een set van stabiliteitscriteria zijn die geldt nadat de kraanlast uit de kraan is gevallen. Deze set moet niet geselecteerd zijn.
  • De kolom ‘loss of load’ moet op ja gezet worden voor deze set van stabiliteitscriteria.
  • Als er in de gewichtspostenlijst een kraanlast uit de kraanmodule met een gewicht > 0 voorkomt, wordt er een extra berekening uitgevoerd.
  • De beladingstoestand wordt tweemaal berekend: eerst wordt de toestand met kraanlast uitgerekend, daarna de toestand zonder kraanlast.
  • Als er een criterium is met ‘hoek naar loef’ wordt de statische hellingshoek van de eerste berekening gebruikt voor het criterium van de tweede. Deze statische hellingshoek kan worden ingesteld via de variabele ‘Hellingshoek tijdens hijsen’, zie Variabelen.

Menubalk functies

Config

Bij elke gedefinieerde beladingstoestand hoort een kraanconfiguratie. Met de menuoptie [Config] krijgt u een overzicht van alle aanwezige kraanconfiguraties. ‘Ja’ in de eerste kolom geeft aan dat deze configuratie bij de beladingstoestand onder beschouwing hoort. Een configuratie kan bij meerdere beladingstoestanden horen. De tweede kolom geeft de naam van de configuratie. Standaard wordt een naam toegekend. Deze naam is door de gebruiker vrij te wijzigen in dit menu. De derde kolom geeft de datum en tijd weer waarop de configuratie het laatst is aangepast.

Seagoing

Zet de kranen direct in de positie zoals opgegeven (zie Invoerdata).

Invoerdata

De gegevens die ingevoerd moeten/kunnen worden zijn:

Hoofdgegevens kraan
  1. Naam van deze kraan: Identificatienaam van deze kraan.
  2. Lengteplaats verticale rotatieas (initiële positie rijdende kraan): De plaats (in meters t.o.v. ALL) van de verticale as waarom de kraan kan roteren.
  3. Breedteplaats verticale rotatieas: De plaats (in meters t.o.v. hartschip) van de verticale as waarom de kraan kan roteren.
  4. Gewicht gedeelte uitsluitend roterend om vert. rotatie as: Het gewicht (in tonnen) van het gedeelte wat uitsluitend om de verticale as roteert. Kraandelen welke geheel niet roteren of delen welke ook om de horizontale as roteren (zoals de kraanboom) worden hier niet opgenomen.
  5. LCG roterend gewicht bij zwenkhoek 0 tov vert. rotatie as: De afstand van het zwaartepunt van het onder punt 10 ingevoerde gewicht ten opzichte van de verticale rotatieas. Afstanden voor deze rotatieas positief opgeven, erachter negatief.
  6. TCG roterend gewicht bij zwenkhoek 0 tov vert. rotatie as: De afstand van het zwaartepunt van het onder punt 10 ingevoerde gewicht ten opzichte van de verticale rotatieas. Afstanden aan SB zijn positief.
  7. VCG roterend gewicht t.o.v. basis: De afstand van het zwaartepunt van het onder punt 11 ingevoerde gewicht vanuit de basislijn.
  8. Afstand horizontale rotatieas tot verticale rotatieas (voor=+): De langsscheepse afstand van de horizontale rotatieas tot de verticale rotatieas. Ligt de horizontale as vóór de verticale dan is die afstand positief.
  9. Hoogteplaats horizontale rotatieas: Afstand van de horizontale rotatieas boven de basislijn.
  10. Achtergrens achter lengteplaats vert. rotatieas (voor=+): Achtergrens t.b.v. langsscheepse sterkte berekening.
  11. Voorgrens voor lengteplaats vert. rotatieas (voor=+): Voorgrens t.b.v. langsscheepse sterkte berekening.
  12. Aantal gedefinieerde SWL tabellen: Het aantal gedefinieerde SWL-tabellen.

Gegevens boom
  1. Boomlengte: Lengte van de kraanboom.
  2. Gewicht boom: Het gewicht (in tonnen) van de boom.
  3. LCG boom t.o.v. horizontale rotatieas (voor=+): Positie van de lcg van de boom gemeten langs de boom van de horizontale as.
  4. VCG boom t.o.v. horizontale rotatieas (boven=+): Positie van de vcg van de boom gemeten loodrecht vanaf de boom van de horizontale rotatie as.

Gegevens jib
  1. Jiblengte: De totale uitgeschoven lengte van de kraanarm, gemeten vanaf de draaias van de kraanarm tot het aangrijpingspunt van de last. Bij een telescopische arm betreft dit de kortste lengte.
  2. Gewicht jib: Totaalgewicht van de giekconstructie, inclusief alle vaste onderdelen.
  3. LCG jib t.o.v. uiteinde boom (voor=+): Langsscheepse zwaartepuntspositie van de giek ten opzichte van de rotatieas van de giek (positief = voorlijk).
  4. VCG jib t.o.v. uiteinde boom (boven=+): Verticaal zwaartepunt van de giek ten opzichte van de rotatieas van de giek (positief = omhoog).
  5. Telescopische jib: Een giek met uitschuifbare secties, waarmee de lengte variabel is tijdens de operatie.
  6. Minimale jiblengte: Kortste mogelijke lengte van de giek in volledig ingetrokken toestand.
  7. Maximale jiblengte: Langste mogelijke lengte van de giek in volledig uitgeschoven toestand.

Gegevens rijdende kraan
  1. Rijdende kraan: Een mobiele kraan gemonteerd op rupsen, waarmee deze onder last in lengterichting kan bewegen.
  2. Rijbegrenzing achter (verticale rotatieas): Maximale achterwaartse verplaatsingsafstand van de kraan, gemeten vanaf de achterloodlijn (App).
  3. Rijbegrenzing voor (verticale rotatieas): Maximale voorwaartse verplaatsingsafstand van de kraan, gemeten vanaf de achterloodlijn (App).
  4. Gewicht onderstel: Het totale gewicht van de vaste onderbouw van de kraan, onder het roterende gedeelte, inclusief rupsen of fundatie.
  5. Zlengte onderstel t.o.v. verticale rotatieas: Langsscheepse zwaartepuntsafstand van het onderstel ten opzichte van de verticale rotatieas (positief = voorlijk).
  6. Zbreedte onderstel t.o.v. verticale rotatieas: Dwarszwaartepuntsafstand van het onderstel ten opzichte van de verticale rotatieas (positief = stuurboord).
  7. Zhoogte onderstel t.o.v basis: Verticaal zwaartepunt van het onderstel, gemeten vanaf de basislijn van het schip.

Gegevens winch
  1. Gewicht kabel is onderdeel van het roterend gewicht: Geeft aan of het kabelgewicht is inbegrepen in de roterende massa van de kraan.
  2. Gewicht kabel totaal: Totaalgewicht van de kabel op de trommel of in gebruik.
  3. Gewicht kabel per meter in lucht: Gewicht per meter van de kabel wanneer deze in lucht hangt.
  4. Gewicht kabel per meter in water: Effectief gewicht per meter van de kabel bij onderdompeling in water (rekening houdend met opwaartse kracht).
  5. LCG winch bij zwenkhoek 0 tov de vert. rotatie as: Langsscheepse positie van het zwaartepunt van de lier bij een zwenkhoek van 0°, ten opzichte van de verticale rotatieas.
  6. TCG winch bij zwenkhoek 0 tov de vert. rotatie as: Dwarspositie van het zwaartepunt van de lier bij een zwenkhoek van 0°, ten opzichte van de verticale rotatieas.
  7. VCG winch t.o.v. basis: Verticaal zwaartepunt van de lier, gemeten vanaf de basislijn van het schip.

Seagoing positie
  1. Seagoing zwenkhoek: Met de functie Seagoing in de werkbalk of in de grafische interface wordt de kraan gepositioneerd met een zwenkhoek zoals hier gedefinieerd.
  2. Seagoing tophoek t.o.v de horizontaal: Toppingshoek van de giek in zeegaande toestand, gemeten ten opzichte van het horizontale vlak.
  3. Seagoing jibhoek t.o.v. boom: Hoek tussen de jib en de kraangiek in zeegaande toestand. Deze hoek is gemeten ten opzichte van de giekas (giekas = 0 graden).
  4. Seagoing jiblengte: Voor een kraan met telescopische jib: de lengte van de jib in zeegaande toestand.
  5. Seagoing LCG jib boom t.o.v. uiteinde boom (voor=+): Langsscheepse zwaartepuntspositie van de giek in zeewaardige toestand, ten opzichte van de giekrotatieas (positief = voorlijk).
  6. Seagoing position (verticale rotatieas): Positie van de verticale rotatie-as van de kraan in zeegaande toestand.

Maximale/minimale hoeken
  1. Minimum zwenkhoek: Minimale toegestane horizontale zwenkhoek van de kraan.
  2. Maximum zwenkhoek: Maximale toegestane horizontale zwenkhoek van de kraan.
  3. Minimum tophoek t.o.v. de horizontaal: Laagste elevatiehoek van de kraanarm ten opzichte van het horizontale vlak.
  4. Maximum tophoek t.o.v. de horizontaal: Maximale giekhelling (opwaarts) ten opzichte van het horizontale vlak.
  5. Minimum jibhoek t.o.v. boom: Kleinste hoek van de giek ten opzichte van de as van de kraanarm van het schip.
  6. Maximum jibhoek t.o.v. boom: Grootste hoek van de giek ten opzichte van de as van de kraanarm van het schip.
  7. Maximale operationele trimhoek: Maximum longitudinale helling (trim) van het schip tijdens kraanoperaties.
  8. Maximale operationele hellingshoek: Maximale dwarshelling (scheefstand) van het schip tijdens kraanoperaties.

Gegevens schip
  1. Hoogte verschansing (t.o.v. basis): Verticale hoogte van de scheepsopbouw (bulwark), gemeten vanaf de basislijn van het schip.

PIAS gegevens
  1. Gewichtsgroep kraan: De gewichtsgroep (zie gewichtsgroepen: Definieren van gewichtsgroepen) is een toegewezen categorie waarmee kranen worden ingedeeld op basis van gewicht of capaciteit voor berekeningen en stabiliteitsdoeleinden.
  2. Kraan hoofdgroep: Kranen kunnen verschillende configuraties of varianten hebben. Bijvoorbeeld een kraan met een hoofdhaakpositie (aan het einde van de giek) en een hulphaakpositie, dichter bij de draaibare as gelegen. Kranen met hetzelfde 'hoofdgroepnummer' zijn verschillende versies van een kraan op een specifieke positie. Indien meerdere kranen hetzelfde 'hoofdgroepnummer' delen, kan er in de gebruikersinterface een keuze worden gemaakt tussen deze kranen.

/note Als zwenk- en tophoek worden ingevoerd worden lengte- en breedtepositie berekend. Als de posities worden ingevoerd dan worden de hoeken berekend.

loadingtools_crane_aft_top_view.png
Kraan definitie achter- en bovenaanzicht.