PIAS Handleiding  2024
Programma voor de Integrale Aanpak van het Scheepsontwerp
Hulltran: rompvormtransformatie
Met deze module wordt een transformatie toegepast op een reeds in PIAS gedefinieerde scheepsvorm, die de moedervorm genoemd wordt, wat resulteert in een nieuwe vorm, de dochter. Hierbij kunnen de volgende vormparameters aangepast worden:

  • Lengte, breedte en diepgang. Dit zijn gewoon lineaire schaalfaktoren.
  • Lengte evenwijdig middenschip.
  • Blokcoëfficiënt.
  • Drukkingspuntligging in lengte.
  • Grootspantcoëfficiënt.
De moedervorm dient alleen als bron en wordt niet gewijzigd. De getransformeerde dochter dient een eigen filenaam te krijgen en heeft na de transformatie niets meer met de moeder te maken. Daarnaast biedt deze module de mogelijkheid om aparte achter- en voorschip uit te combineren, maar dat is een beetje bijzaak.

Hoofdmenu

Vorm transformeren

Deze optie wordt gebruikt voor de full blown transformatie, waarbij de scheepsvorm als zodanig wordt vervormd. De gebruikte transformatiemethode is trouwens dezelfde als de `opblazen/inkrimpen' in Fairway, zie Spanten opblazen/inkrimpen voor een beschrijving daarvan. Bij deze optie verschijnt een simpel submenu met twee keuzes:

Opgeven hoofdafmetingen en coëfficiënt getransformeerde schip

Waarbij kan worden opgegeven:

  • De filenaam van de getransformeerde vorm. Geef hier de filenaam die de dochtervorm moet krijgen (welke natuurlijk anders moet zijn dan die van de moeder). U kunt ook hier gebruik maken van `&', waarmee de dochter in dezelfde directory wordt weggeschreven als die van de moeder (net als bv. bij samengestelde scheepsvormen gedaan kan worden, wat besproken is bij Rompvormen).
  • Naam. Dit is een gewone projectomschrijving o.i.d.
  • Lengte loodlijnen.
  • Breedte.
  • Diepgang.
  • Blokcoëfficiënt, met een maximale maximale wijziging van ±0.05.
  • Drukkingspunt in lengte in % van LLL, met een maximale wijziging van ±4%.
  • Grootspantcoëfficiënt, meteen maximale wijziging van ±0.02.

Uitvoeren van de transformatie

Waarmee de transformatie wordt uitgevoerd. Om de gebruikte parameters vast te leggen wordt een bladzij met oude en nieuwe vormparameters afgedrukt.

Lengte evenwijdig middenschip wijzigen

Lengte evenwijdig middenschip wijzigen
1.Opgeven lengtewijziging
2.Uitvoeren van de lengtewijziging

Opgeven lengtewijziging

De wijziging van het evenwijdig middenschip uit zich in een verandering voor het laatste spant in het achterschip (waarvoor wordt verwezen naar [Aftship] in Spanten (spantposities en spantvormen)). Hier wordt opgegeven:

  • Voor `filenaam' en `naam' verwijzen naar de toelichting van Opgeven hoofdafmetingen en coëfficiënt getransformeerde schip.
  • De toe te voegen lengte. Deze is in principe onbeperkt. De te verwijderen lengte (die negatief opgegeven dient te worden) mag maximaal de halve lengte van het evenwijdige middenschip zijn.
  • Of het schip een hellende kiellijn heeft. Als dat het gevalis dienen ter plaatse van de VLL en de ALL de hoogtes van de (gemalde) kiellijn boven de basis te worden opgegeven, het programma zal dan de spanten in hoogte verschuiven.
  • Basislijn verschuiven naar het snijpunt kiellijn - halve lengte. Als hier `ja' wordt ingevuld dan wordt de basislijn zodanig verschoven dat, indien de basislijn bij de moedervorm op halve lengte de kiellijn snijdt, dat bij de dochter ook het geval is. Wordt `nee' ingevuld dan blijft de basis staan ten opzichte van het achterschip.

Uitvoeren van de lengtewijziging

Hiermee wordt de dochtervorm gegenereerd (en ook een pagina met wijzigingsparameters afgedrukt).

Combineren van twee rompvormen (voor- en achterschip)

Met deze optie kunnen twee scheepsvormen aaneen worden gesmeed, in die zin dat het achterschip van één vorm en het voorschip van een andere worden samengesteld tot een nieuwe file die de gecombineerde scheepsvorm bevat. Dit is een beetje een bijzaakoptie, een enkele keer kan het handig zijn, maar dat zijn toch de uitzonderingen. Voor regulier gebruik bevat PIAS trouwens ook faciliteiten om met meerdere rompvormen te werken, die worden dan niet in één bestand gestopt, maar worden bij de stabiliteitsberekeningen (en zo) wel gezamenlijk behandeld. Dat mechanisme, wat veel flexibeler is dan het combineren van vormen, wordt besproken in Rompvormen.

De werking van deze opties zal wel voor zich spreken.