LOCOPIAS Handleiding Binnenschepen  2024
Beladingssoftware
Hoofdvenster van LOCOPIAS

Bij het opstarten opent LOCOPIAS met het hoofdvenster, dit is het startpunt van al uw activiteiten. Van hieruit kan de beladingstoestand gedefinieerd worden, van toepassing zijnde criteria en instellingen kunnen worden opgegeven en berekeningen kunnen worden uitgevoerd.

Hoofdvensterindeling

Hieronder staat een typisch voorbeeld van de opmaak van het hoofdvenster met een uitleg van de gelabelde onderdelen direct daaronder.

mainscreen1024_nl.png
Indeling van het hoofdvenster.
1 Menubalk
Basisfunctionaliteiten zijn toegankelijk via de menubalk, zie Menubalk.
2 Moduletoetsen
Deze toetsen op de werkbalk bieden snelle toegang tot het hoofdvenster en de beschikbare laadmodules voor het laden van specifieke soorten lading.
3 Hoofdvenstertoetsen
Met deze toetsen kunt u Toestanden, Instellingen, Uitvoer, Controle en 2D/3D-weergave bewerken.
4 Zijaanzicht
Toont de werkelijke windcontour, diepgangen, werkelijke waterlijn, zichtlijn en kruiplijn.
5 Dwarsdoorsnede
Toont hellingshoek en aanvangsstabiliteit (G'M).
6 Verificatievensters
Deze vensters geven aan of er voldaan is aan de criteria voor de huidige beladingstoestand. Klik op een venster voor gedetailleerde informatie.
7 Overzicht gewichtsgroepen
Een overzicht van het totale gewicht per gewichtsgroep.
8 Instellingenvenster
Toont huidige instellingen. Dubbelklik op een instelling om deze te wijzigen, of ga naar de [Instellingen] dialoogvenster door te klikken op de toets [Instellingen].
9 GZ-kromme
Toont de GZ-kromme van de specifieke toestand.
10 Keuzelijstvenster
Toont de geselecteerde beladingstoestand en u kunt een andere toestand selecteren.
11 Intact stabiliteitsdiagram
Geeft aan of het schip voldoet aan de intacte stabiliteitscriteria en in welke mate. Hoewel de waarden voor de werkelijke VCG' en toelaatbare VCG' door LOCOPIAS worden berekend op een correcte en door klassebureaus doorgaans aanvaarde manier, zijn deze waarden niet gecontroleerd door Lloyds Register en mogen ze daarom alleen als leidraad worden gebruikt!

N.B. Afhankelijk van uw installatie is het mogelijk dat sommige van deze onderdelen niet beschikbaar zijn.

Menubalk

De menubalk bovenaan het hoofdvenster (item 1) geeft toegang tot de volgende functies:

[Setup]→[Print Options]
Selecteer uitvoerapparaat. Naast preview/clipboard, (Zie Printweergave van uitvoer naar scherm, en uitvoer van berekeningsresultaten), worden de standaard systeemprinters vermeld en kunnen ze hier geselecteerd worden.
[Setup]→[Night colors]
Wijzig het kleurenpalet naar ‘nachtmodus’
night_colours_switched_on1024_nl.png
Nachtkleuren aangezet.
[Wijzigen]→[Wijzigen gewichtsgroepen]

Gewichtsposten kunnen worden gegroepeerd in zogenaamde gewichtsgroepen, waarbij een gewichtsgroep een categorie van een bepaalde inhoud is, zoals ‘dieselolie’ of ‘drinkwater’. De gewichtsgroepen worden vanaf deze plek in het programma beheerd. De gebruiker kan zelf gewichtsgroepen toevoegen, wijzigen en verwijderen. Bij het verwijderen van een groep wordt er gecontroleerd of er nog gewichtsposten zijn van die groep, en als dat zo is, dan krijgt men daar een melding van en kan de groep beter niet verwijderd worden. Er zijn een aantal standaard gewichtsgroepen die vast in het programma zitten en niet gewijzigd of verwijderd kunnen worden.

Instelbare eigenschappen van zo'n groep zijn:

  • De naam van de gewichtsgroep.
  • Het type arcering dat gebruikt wordt bij het arceren en inkleuren van de diverse compartimenten bij overzichtsschetsen.
  • De groepskleur, dat is de kleur die deze gewichtsgroep representeert, en die gebruikt wordt in tekeningen, en eventueel ook als achtergrondkleur in tekstschermen, namelijk als de laatste kolom van deze tabel op `ja' staat.
  • De letterkleur, die, als de laatste kolom op 'ja' staat, aangeeft wat de voorgrondkleur moet zijn in tekstuele overzichtsschermen van de teksten die horen bij deze gewichtsgroep.
  • In tabel waarmee aangegeven wordt of de gewichtsgroepkleur ook gebruikt moet worden in de tabellen met overzichten van compartimenten en gewichtsposten.
  • Print gesom. waarmee aangegeven wordt of in de uitvoer alleen het subtotaal afgedrukt moet worden. De berekening is wel op basis van alle gewichtsposten.

[Wijzigen]→[Wijzigen dwarsdoorsneden tankafbeeldingen]

Ga naar dit menu om dwarsdoorsneden en weergaven van de tanks toe te voegen of te wijzigen. Deze doorsneden en afbeeldingen worden automatisch toegevoegd aan de uitvoer van intacte stabiliteitsberekeningen.

[Opties]→[Selecteer stabiliteitscriteria]
Zie Check
[Opties]→[Gegevens exporteren via XML]
Exporteert de huidige beladingstoestand naar een XML-bestand dat gebruikt kan worden om gegevens uit te wisselen met software van derden.
[Opties]→[Omgevingsomstandigheden]
Geeft de mogelijkheid om aan de grond lopen te simuleren.
[Help]→[Help-lezer (F1)]
Opent deze help-lezer.
[Help]→[Handleiding]→[Scheepsspecifieke gegevens en testcondities]
Opent het boekje met de Scheepsspecifieke gegevens en testcondities.
[Help]→[Over LOCOPIAS]
Opent een venster met relevante gegevens met betrekking tot het LOCOPIAS programma en de licentievoorwaarden.
[Help]→[Niet gekocht]
Toont een voorbeeld van modules die niet gekocht zijn.
[Help]→[Activatiecode invoeren]
Geef hier een activatiecode voor achteraf aangeschafte modules. Op dit moment is dit alleen mogelijk voor de tankmeetsysteemmodule voor specifieke sytemen. Neem contact op met SARC voor meer informatie.

Algemene aanpak

In het algemeen kunt u de volgende stappen gebruiken om een beladingstoestand te definiëren en de vereiste berekeningen uit te voeren. Houd er rekening mee dat dit werkschema slechts één manier is om aan de slag te gaan, het is niet de enige manier om LOCOPIAS te gebruiken. Alle acties kunnen worden uitgevoerd in willekeurige volgorde en frequentie. De functionaliteiten zullen in de rest van dit hoofdstuk verder worden uitgewerkt. Dit voorbeeld begint bij het hoofdvenster.

module_conditions_nl.png
Selecteer de [Condities] knop en maak een nieuwe conditie aan. Wanneer LOCOPIAS voor de eerste keer is geopend, toont het hoofdvenster een voorgeprogrammeerde voorbeeldconditie. Door een nieuwe conditie aan te maken, begint u met een voorgeprogrammeerde standaardconditie.
module_settings_nl.png
Klik op de [Instellingen] knop en pas de instellingen aan volgens uw wensen. Door de instellingen aan te passen aan de huidige situatie voor het laden van uw lading, kan er nuttige feedback worden ontvangen tijdens de configuratie van de beladingstoestand. De instellingen zijn van toepassing op de huidige beladingstoestand.
module_icon_tanks_en.png
Ga naar de [Tanks] module om de inhoud van verbruiksartikelen te wijzigen, bijv. vers water, brandstofolie, smeerolie.
module_icon_weight_list_nl.png

In de [Gewichtenlijst], kunnen diverse benodigheden, bijv. bemanning, provisie en voorraden worden ingevoerd.

module_icon_tanks_en.png
Open de [Tanks] module weer. Wanneer alle lading is geladen, kan de scheepspositie worden geoptimaliseerd door toevoeging van waterballast.
module_check.png
De [Check] knop geeft een snelle controle van de stabiliteit en sterkte op elk moment tijdens dit proces.
module_output_nl.png

Druk op [Uitvoer] om berekeningen uit te voeren en uitvoer aan te maken op het scherm of op papier.

module_monitoring.png
Druk op [Monitoring] om LOCOPIAS in actieve monitoring te zetten, indien beschikbaar.

Condities

Door op de [Condities]-knop te drukken verschijnt het beladingstoestanden-menu, zoals getoond in de onderstaande afbeelding. In dit venster zijn de gedefinieerde beladingstoestanden weergegeven en kunnen ze beheerd worden. U kunt een nieuwe beladingstoestand aanmaken en u kunt bestaande toestanden verwijderen, hernoemen, kopiëren/plakken of exporteren. Om een beladingstoestand te wijzigen selecteert u een beladingstoestand, dubbelklikt erop of u drukt op de <enter>-toets. Het hoofdvenster zal nu deze beladingstoestand weergeven.

select_or_create_a_loading_condition_nl.png
Selecteer een beladingstoestand, of maak er een aan.
Nieuwe beladingstoestand
  1. Klik op [New].
  2. Voer een nieuwe (unieke) naam in voor uw beladingstoestand.

De nieuwe beladingstoestand is een voorgeprogrammeerde standaardtoestand.

Verwijder beladingstoestand
  1. Selecteer een beladingstoestand.
  2. Klik op [Remove].
Hernoem beladingstoestand
  1. Klik op een beladingstoestand en druk op de functietoets <F2>.
  2. Voer een nieuwe (unieke) naam in.
Kopieer/plak een beladingstoestand
  1. Klik op een beladingstoestand, en druk op de [Edit]→[Copy row].
  2. Selecteer nu de beladingstoestand waarnaar u wilt kopiëren en klik op [Edit]→[Paste row].

Kopieer een beladingstoestand en plak deze over een andere beladingstoestand om een beladingstoestand aan te maken die dezelfde eigenschappen heeft. Indien een specifieke module is gekocht kunt u ervoor kiezen om de volledige beladingstoestand te plakken of alleen de lading die is gedefinieerd met de specifieke module. De nieuw geplakte beladingstoestand zal verschijnen op het hoofdvenster, zoals weergegeven in onderstaande afbeelding.

choose_the_property_to_paste_nl.png
Kies de gegevens die gekopieerd moeten worden.
Importeren/exporteren van geselecteerde beladingstoestanden
Met Importeren/exporteren kunnen beladingstoestanden van de ene LOCOPIAS naar de andere worden getransporteerd voor hetzelfde schip en dezelfde versie.
  1. Druk op de [File]→[Export] om de geselecteerde beladingstoestanden naar een bestand te schrijven.
  2. Druk op de [File]→[Import] om een bestand met geëxporteerde beladingstoestanden te selecteren en deze in te lezen in de actieve versie van LOCOPIAS.

Instellingen

Alle instellingen die van toepassing zijn op de beladingstoestand kunnen worden gewijzigd in het instellingenmenu. Door op de [Instellingen]-knop te klikken wordt het volgende menu geopend, zoals getoond in onderstaande afbeelding. Het heeft verschillende tabbladen die kunnen worden geselecteerd. Deze tabbladen worden hieronder uitgelegd.

settings_window_nl.png
Instellingenvenster.
Configuratie

(Her)configureert het schip. Zie “Scheepsspecifieke gegevens en testcondities” boek voor meer informatie over de mogelijke configuraties.

Diepgang/Trim

Selecteer de toepasselijke maximale en minimale diepgangen. Indien de optie [Alternatieve maximale diepgang] is geselecteerd, kan een door de gebruiker gedefinieerde diepgang worden ingevoerd. De geselecteerde diepgangen zullen worden afgebeeld in de samenvatting van de beladingstoestand, met de conclusies voor de toepasselijke stabiliteitscriteria.

SG vaarwater

De dichtheid (soortelijk gewicht) kan worden ingesteld en zal worden opgeslagen per beladingstoestand. Deze dichtheid wordt dan gebruikt voor alle berekeningen die zijn uitgevoerd met de beladingstoestand.

Stabiliteitseisen

Verschillende intacte stabiliteitseisen kunnen beschikbaar zijn voor het schip al naar gelang het operationele vaargebied.

Sterkte

Verschillende waarden van maximaal toelaatbare buigende momenten en schuifkrachten kunnen van toepassing zijn op een schip dat zich op zee of in een haven bevindt. Indien deze waarden beschikbaar zijn, kunnen de juiste waarden hier worden geselecteerd. De geselecteerde waarden worden ook aangegeven in de uitvoer van langsscheepse sterkte.

Anchor handling

Met deze optie kan worden aangegeven of naast de gewone stabiliteitsuitvoer een polair diagram moet worden afgedrukt die bij elke ankerkettinghoek de maximum ankerkracht weergeeft die nog toegestaan is volgens de anchor-handling stabiliteitseisen. Hiervoor is het overigens niet nodig om de beladingstoestand te toetsen aan andere dan de standaard stabiliteitscriteria.

Zichtlijn

Afhankelijk van de regelingen waaronder het schip zal varen, kunnen de zichtlijnvereisten hier worden aangepast.

<dt>Voorblad</dt>
<dd>Het is mogelijk om een voorblad aan uw uitvoer toe te voegen. U kunt de tekstregels die afgedrukt moeten
worden selecteren en naar wens vrije tekst invoeren (bijv.&nbsp;een reisnummer,
laadhaven, enz.). </dd>

Check

Klik op de [Check]-knop om te controleren of de beladingstoestand voldoet aan de stabiliteits- en sterkte-eisen. Na het klikken op de [Check]-knop opent een venster met diverse tabbladen: overzicht, stabiliteit, sterkte en lekstabiliteit, indien van toepassing. Naleving van de eis wordt aangegeven door de kleur van de stip (voldoet = groen, voldoet niet = rood). Indien het overzicht, bijvoorbeeld, een rode stip toont onder intacte stabiliteit, geeft het bijbehorende tabblad meer informatie over de reden waarom er niet wordt voldaan. Let op: wanneer het schip werkt onder meer dan één klassebureau, kan de verzameling van lekstabiliteitscriteria die van toepassing zijn op de beladingstoestand worden ingesteld via het onderdeel van de menubalk [Opties]→[Selecteer stabiliteitscriteria]. De intacte stabiliteitscriteria kunnen via Instellingen per beladingstoestand gewijzigd worden.

check_window_nl.png
Controlevenster.

Wanneer de lekstabiliteit is geselecteerd, drukt u op OK. Nu heeft het Controlevenster een nieuw tabblad gegenereerd met de naam Lekstabiliteit. Hier kunt u controleren of het schadegeval voldoet aan de criteria (voldoet = groen, voldoet niet = rood).

check_window_damstab_nl.png
Controlevenster lekstabiliteitstabblad.

Uitvoer

U kunt ‘Output’ gebruiken om volledige berekeningen uit te voeren en een afdruk te maken Indien de geselecteerde printer ‘preview/clipboard’ is, zal de uitvoer op het scherm verschijnen. Om de uitvoer in een printweergave op het scherm te krijgen, zie Printweergave van uitvoer naar scherm, en uitvoer van berekeningsresultaten.

output_menu_nl.png
Uitvoermenu.

De volgende uitvoermogelijkheden kunnen beschikbaar zijn in uw versie van LOCOPIAS:

Instellingen uitvoer

Selecteer welke gegevens afgedrukt moeten worden.

Intacte stabiliteit

Standaardformaatuitvoer van intacte stabiliteitsberekeningen met een algemene conclusie voor het voldoen aan de toepasselijke stabiliteitseisen.

Langsscheepse sterkte

Uitvoer van langsscheepse sterkteberekeningen met een algemene conclusie voor het voldoen aan de geselecteerde eisen voor toelaatbare buigende momenten en dwarskrachten.

Torsiemomenten

Uitvoer van torsiemomentenberekeningen met een algemene conclusie voor het voldoen aan gedefinieerde maximaal toelaatbare torsiemomenten.

Lekstabiliteit

Volledige uitvoer van lekstabiliteitsberekeningen van de geselecteerde schadegevallen met een algemene conclusie voor het voldoen aan de toepasselijke stabiliteitseisen.

Samenvatting lekstabiliteit

Uitvoer van lekstabiliteitsconclusies van de geselecteerde schadegevallen.

Uitgebreide uitvoer (Klasserapport)

Uitvoer van het standaardformaat van alle beschikbare berekeningen (inclusief de standaard schadegevallen, indien van toepassing) met een gemeenschappelijke conclusie die in overeenstemming is met de eisen.

Testcondities

Uitvoer van de testconditieberekeningen. De uitvoer van de testcondities kan worden vergeleken met de conditie in het “Scheepsspecifieke gegevens en testcondities” boekje van het schip. De testcondities moeten worden geverifieerd met regelmatige tussenpozen om de goede werking van de beladingscomputer te waarborgen.

Zie Verificatie van de berekeningsresultaten.

Korte uitvoer

Een samenvatting van de beladingstoestand en een conclusie.

Sounding tabel

Uitvoer voor alle meetinstrumenten, voor elke tank, in de beladingstoestand.

Lading/ullage rapport

Een overzicht van alle lading aan boord, inclusief hun gewicht, het temperatuureffect, de sounding en enz.. In deze lijst worden alleen tanks opgenomen waarvan ‘Voeg deze tank toe aan het ullagerapport’ aan is gezet.

Monitoring

Deze optie is alleen beschikbaar als hij gekocht is en er een verbinding met een tankmeetsysteem beschikbaar is. Na selectie van het icoon voor [Monitoring] zal er een instellingen popupvenster verschijnen, zoals hieronder weergegeven. Hier kunt u het tijdsinterval invoeren dat gebruikt wordt voor het uitlezen van de tankgegevens, berekenen van de intacte stabiliteit, langsscheepse sterkte en lekstabiliteit (welke beschikbaar is en geselecteerd) en bijwerken van alle gegevens in het hoofdscherm. Zolang de monitoringmodus actief is, is het niet mogelijk om beladingstoestanden te bewerken. Deze modus kan worden stopgezet door het icoon voor monitoring opnieuw te selecteren.

monitoring_settings_nl.png
Instellingen voor monitoring.